(Lasius spp.) Mieren
Uiterlijk:
• werksters alle 0,3 à 0,4 cm lang, alleen de glanzende houtmier is meestal iets forser tot ± 0,5 cm; antennen altijd geknikt
• koninginnen gevleugeld, groter dan de werksters, mannetjes ook gevleugeld, maar kleiner dan de werksters
• de kleuren zijn ongeveer zoals de Nederlandse namen aangeven, de glanzende houtmier is zwart glanzend
Ontwikkeling: (volledige gedaanteverwisseling)
• kolonie is ’s winters in rust, tenzij nest nabij warmtebron
• eiafzetting: voorjaar en zomer, “bruidsvlucht” in de zomer
• werksters leven soms 2 à 3 jaar
Leefwijze:
• koninginnen en mannetjes ondernemen met grote aantallen tegelijk een
”bruidsvlucht”, hierbij bevruchten de mannetjes de koninginnen
• de mannetjes sterven na de bruidsvlucht, de koninginnen gaan nieuwe nesten inrichten
• uit de gelegde eitjes komen weer werksters
• vooral zoete producten zijn aantrekkelijk
• de glanzende houtmier heeft vaak nesten in rottend hout onder de grond
• nesten vooral buiten, van waaruit de werksters soms terecht komen in woningen
Wering:
• voor mieren aantrekkelijke producten onbereikbaar opbergen
• afdichten naden en kieren
• open stootvoegen voorzien van fijnmazig gaas
Bestrijding:
• De specialisten van Exodus Services stellen u graag op de hoogte van alle mogelijkheden.