Bedwants
De bedwants was vroeger bekend als wandluis. Deze naam is echter misleidend, want de bedwants behoort tot de orde der wantsen.
Bedwantsen zijn erg lichtschuw, zodat zij in het algemeen ’s nachts op zoek gaan naar hun bloedmaaltijden. Zij voeden zich met het bloed van mensen, maar ook met dat van andere zoogdieren. Na hun bloedmaaltijden trekken zij zich weer terug in hun schuilplaatsen. Ze verstoppen zich bij voorkeur in de naden en kieren van bedden, bij metalen ledikanten in de holle delen, in zomen van beddengoed, in de ombouw van opklapbedden, maar ook achter plinten, schilderijen en stopcontacten.
Het is mogelijk de schuilplaatsen te vinden. Hier zijn namelijk volwassen bedwantsen, nimfen, vervellingshuidjes, eitjes en uitwerpselen aanwezig. Bij het zoeken kan een zaklantaarn, een vergrootglas en een pincet of schroevendraaier praktisch zijn.
Het vrouwtje legt gemiddeld 100 a 200 witgele eitjes. Bij optimale temperaturen kunnen dit er wel 500 zijn. De optimale temperatuur is 25 graden Celcius. De ontwikkeling van ei tot volwassen insect duurt 2 maanden. Bij gunstige omstandigheden kan dat 1 maand zijn. Het insect kan ongeveer 1 jaar oud worden.
De beet van een bedwants kan behoorlijk jeuken. Personen die overgevoelig zijn voor de beten van een bedwants kunnen zelfs ziek worden van de beet.
Deskundige hulp
Wanneer u te maken heeft met bedwantsen, vraag dan een vakman om in te grijpen. Om een bestrijdingsactie tot een goed einde te brengen is deskundigheid vereist. Het is belangrijk dat alle schuilplaatsen van de bedwantsen goed behandeld worden en dit vergt een goede voorbereiding.